top of page
Zoeken

Van zelfkritiek naar zelfzorg: hoe ik écht gezond werd

Dit wil ik nooit meer! Dat was mijn besluit na weer een mislukte poging om af te vallen en écht gezond te gaan leven. Keer op keer struinde ik het internet af, op zoek naar dat ene wonderdieet dat me snel en voorgoed van mijn overtollige kilo’s zou verlossen. Ik wilde het perfecte lichaam en beloofde mezelf elke dag opnieuw: Vandaag ga ik nóg strenger zijn.

Maar wat was het resultaat? Ik was de hele dag geobsedeerd door eten, had constant honger en voelde me zwak en gefrustreerd als ik tóch bezweek voor een koekje, wijntje of chipje. En als ik ’s avonds, uitgeput van de strijd in mijn hoofd, een pizza in de oven schoof, sloeg de zelfkritiek keihard toe: Wat ben ik toch zwak. Wat ben ik dik. Waarom lukt het me niet?

Dan beloofde ik mezelf weer dat ik het morgen écht anders zou doen. Maar vanavond? Ach, het maakte toch niet meer uit, dus kon ik die zak zoutjes net zo goed helemaal opeten. Sporten? Geen denken aan. Ik had er geen energie voor en voelde me sowieso te onzeker om me tussen al die sportieve mensen te begeven. Wandelen? Ja, als het straks mooi weer wordt.

Na jaren in deze vicieuze cirkel te hebben gezeten, drong het eindelijk tot me door: Dit werkt niet. Dit moet anders. Ik was het zat om mezelf steeds opnieuw te kwellen en besefte dat dit niet de manier was om me goed te voelen. Ja, soms lukte het me om even streng te zijn en wat kilo’s kwijt te raken, maar zodra ik de teugels liet vieren, zaten ze er in no-time weer aan—en vaak nog méér dan daarvoor.

Langzaam begon ik in te zien dat het antwoord eigenlijk heel simpel was: ik moest samenwerken met mijn lichaam, in plaats van ertegen te vechten. En ik ontdekte ook hoezeer we in onze maatschappij zijn gaan geloven in overtuigingen die nergens op slaan. Zoals dat ongezond eten ‘gezelliger’ is dan gezond eten. Of dat gezond eten minder lekker zou zijn. Of dat het normaal is om na een volwaardige maaltijd nog een zak chips of een reep chocolade weg te werken omdat je ‘honger’ hebt. Maar dat is geen honger—dat is onrust, of een gewoonte die we onszelf hebben aangeleerd.

Ik besloot het anders aan te pakken. In plaats van mezelf te straffen, begon ik met een andere mindset: Ik ben nu al goed genoeg. Mijn lichaam is gezond en ik ben dankbaar voor wat het allemaal voor me doet. Alles wat ik doe om het te ondersteunen, is een bonus. Ik hoef niet perfect te zijn. Elke gezonde keuze, hoe klein ook, was een stap in de goede richting. Soms waren dat er vijf op een dag, soms maar één. Maar zelfs die ene keuze was al beter dan niets. En door mezelf niet meer te straffen, voelde ik ook minder stress—en stress is uiteindelijk nog slechter voor je lichaam dan af en toe iets ongezonds eten.

Gaandeweg veranderde alles. Ik ontspande rondom eten en maakte bewuste keuzes, zonder schuldgevoel. Mijn relatie met voeding en mijn lichaam verbeterde en ik voelde me steeds beter in mijn vel. Ik kreeg zelfs meer energie en begon zowaar zin te krijgen om te bewegen. Eerst zonder druk, gewoon af en toe. Inmiddels sport ik met plezier: ik fitness twee keer per week en doe één keer per week yoga. Mijn conditie is vooruitgegaan, mijn lichaam voelt sterk en vitaal, en ik ben die overtollige kilo’s kwijt—zonder diëten, zonder obsessie. Ik eet alles wat ik lekker vind, gezond en minder gezond, en het is in balans. En dát voelt heerlijk.

Als orthomoleculair voedingsdeskundige weet ik precies wat een lichaam nodig heeft om gezond te blijven. Maar de echte verandering kwam pas toen ik leerde hoe je gezonde gewoontes op een haalbare manier in je leven integreert. En dat is precies wat ik nu ook anderen leer. Wil jij ook een gezonde(re) leefstijl zonder strenge diëten of schuldgevoel? Ik help je graag op weg met advies, tips en coaching.

Laten we kennismaken—ik kijk ernaar uit om je te spreken! 😊

Comments


bottom of page